Voorgestelde wijzigingen autobelastingen

Tariefkorting voor emissievrije personenauto's

Door het zware accupakket betalen emissievrije personenauto’s zonder korting meer motorrijtuigenbelasting (mrb) dan vergelijkbare benzineauto’s. Om deze auto’s gelijker te belasten in de mrb, heeft het kabinet besloten om de tariefkorting te verhogen van 25% naar 30% in de periode 2026-2028. In 2029 blijft de tariefkorting 25%.

Kwarttarieven mrb

De mrb kent met ingang van 1 januari 2026 nog twee kwarttarieven voor bijzondere categorieën voertuigen, namelijk voor motorrijtuigen die zijn ingericht als werktuig of als werkplaats en motorrijtuigen die worden gehouden door kermis- of circusexploitanten en worden gebruikt voor het vervoer van kermis- of circusbenodigdheden. Voorgesteld wordt om deze kwarttarieven met ingang van 1 januari 2028 te beëindigen.

Vaste voet emissievrije bijzondere personenauto’s en emissievrije motorrijwielen

Vanaf 2025 ontstond een scheve belastingdruk. Emissievrije kampeerauto’s en rolstoelvoertuigen betaalden bpm alsof ze fossiel waren, terwijl reguliere emissievrije auto’s slechts een vaste voet van € 667 kennen en bestelauto’s nihil. Om dit verschil te herstellen, geldt tot 2030 voor emissievrije bijzondere personenauto’s dezelfde vaste voet (€ 667) en voor emissievrije motorrijwielen € 200.

Jaarlijkse bijstelling bpm

Door autonome vergroening van nieuwe conventionele auto’s daalt jaarlijks de CO₂-uitstoot. Om de gemiddelde bpm-inkomsten stabiel te houden, worden schijfgrenzen en tarieven van 2026-2028 jaarlijks aangepast. De schijfgrenzen worden iets verlaagd en de tarieven iets verhoogd. Zo blijft de opbrengst per voertuig min of meer gelijk.

Stoppen mrb-teruggaaf vrachtauto’s 

De complexe teruggaafregeling voor vrachtauto’s wordt vanaf 1 juli 2026 afgeschaft. De Wet vrachtwagenheffing verlaagt het mrb-tarief voor vrachtwagens tot nihil of het minimumniveau volgens de Eurovignetrichtlijn. Hierdoor vervalt de noodzaak voor een aparte teruggaafregeling. 

Herstel Eurovignet-tarieven 

Door een juridische vergissing klopten vijf Eurovignet-tarieven in de Wet belasting zware motorrijtuigen niet. Nederland past de tarieven met terugwerkende kracht aan, zoals afgesproken in het Eurovignetverdrag. Voor de meeste vrachtwagens gaat het om enkele euro’s verschil. 

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 15-09-2025

Voorstellen erf- en schenkbelasting

Erfbelasting krijgt ruimere aangiftetermijn

De aangiftetermijn voor erfbelasting wordt verlengd van acht naar twintig maanden na overlijden. Dit komt doordat erfgenamen vaak te weinig gegevens hebben binnen de huidige termijn om een juiste en volledige aangifte te doen. De langere termijn geeft ook meer tijd om bijvoorbeeld een woning uit de nalatenschap te verkopen en de erfbelasting te betalen. Het startmoment voor de belastingrente wordt eveneens verschoven van acht naar twintig maanden.

Geen schenking binnen 180 dagen voor overlijden

Schenkingen binnen 180 dagen voor overlijden worden nu door de wet fictief als erfenis behandeld. Dit heeft tot gevolg dat zowel aangifteplicht voor de schenkbelasting als aangifteplicht voor de erfbelasting bestaat. De schenkbelasting wordt vervolgens verrekend met de erfbelasting. De voorgestelde maatregel houdt in dat de schenking binnen 180 dagen vóór overlijden niet als schenking wordt aangemerkt, waardoor de verplichting tot het doen van aangifte schenkbelasting vervalt.

Gelijkstelling van biologische kinderen

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Successiewet op een discriminerende wijze onderscheid maakt tussen biologische kinderen zonder juridische familierechtelijke betrekking en juridisch erkende kinderen. Dit onderscheid, dat tot uiting komt in de tariefstelling en vrijstellingen voor erfbelasting, is in strijd met het EVRM. Als biologisch ouderschap (met een test) wordt aangetoond, gelden alle tarieven, vrijstellingen en antimisbruikbepalingen alsof het om een erkend kind gaat.

Ongelijke breukdelen bij een huwelijksgoederengemeenschap

Het voorstel bepaalt dat een ongelijke verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap of een verrekenbeding leidt tot schenk- of erfbelasting. Dit geldt als de verdeling afwijkt van een gelijke 50/50-verdeling. Het deel dat een echtgenoot méér krijgt dan bij een gelijke verdeling, wordt belast. Dit geldt bij ontbinding van de gemeenschap door echtscheiding, beëindiging van het partnerschap of overlijden. Voor huwelijkse voorwaarden die vóór 16 september om 16:00 uur zijn gesloten, geldt eerbiedigende werking, tenzij de verdeling later wordt aangepast.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 15-09-2025

Voorstellen energie- en vliegbelasting

Vliegbelasting

Het tarief van de vliegbelasting wordt vanaf 2026 gebaseerd op de eindbestemming van de passagier, niet op de eerste overstapluchthaven. De belasting kent drie afstandscategorieën:

  • € 29,40 voor korte vluchten (EU, Caribisch NL en dichtbijgelegen landen);
  • € 47,24 voor middellange vluchten (2.000-5.500 km);
  • € 70,86 voor lange vluchten (> 5.500 km).

Deze progressieve opbouw sluit aan bij het principe 'de vervuiler betaalt'. Langere vluchten veroorzaken meer uitstoot en worden zwaarder belast. In plaats van per vlucht kilometers te berekenen, werkt de wet met vaste landenlijsten. Dit maakt uitvoering en controle eenvoudiger en geeft passagiers meer duidelijkheid. Bijzonder is dat het Caribisch deel van het Koninkrijk onder het lage tarief valt, ondanks de afstand. Dit is om de economische en maatschappelijke verbondenheid te beschermen.

Geen belasting voor transferpassagiers of veelvliegers

Overstappers in Nederland blijven vrijgesteld, om concurrentienadelen voor Schiphol te voorkomen. Ook komt er geen aparte veelvliegersbelasting. Dit is te complex en te privacygevoelig om uit te voeren.

Heffingskorting energiebelasting minder omlaag

De energiebelasting kent een belastingvermindering. Dit is een vast bedrag per jaar dat ongeacht de verbruikte hoeveelheid elektriciteit en aardgas in mindering wordt gebracht op de energierekening. In 2025 is het bedrag € 524,95 (excl. btw). In de praktijk wordt de belastingvermindering ook wel aangeduid als heffingskorting. Voorgesteld wordt om met ingang van 1 januari 2026 de belastingvermindering structureel te verhogen ten opzichte van het basispad. De verhoging in 2026 bedraagt € 9,30. Het verschil ten opzichte van 2025 is per saldo -€ 5,15 in plaats van de verlaging van € 14,45 die in het basispad zat.

Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 15-09-2025