Betaalde rente voor ex niet aftrekbaar

Een man blijft na de scheiding in de voormalige echtelijke woning wonen en neemt de volledige hypotheeklasten op zich, inclusief het deel van zijn ex-partner. Bij de verkoop van de woning heeft de man recht op verrekening van de namens de ex-partner betaalde hypotheekrente. De man maakt geen gebruik van dit recht. In zijn aangifte trekt hij de betaalde hypotheekrente volledig af.

De inspecteur staat slechts 50% van de betaalde hypotheekrente als aftrekpost toe, omdat de man slechts voor de helft eigenaar is van de woning.

Het hof oordeelt dat de betaalde rente niet volledig op de man drukt. De man had immers de mogelijkheid om de helft van de betaalde rente op zijn ex-partner te verhalen bij verkoop van de woning. De omstandigheid dat de man, vrijwillig, heeft afgezien van deze mogelijkheid, maakt niet dat de afspraken uit het echtscheidingsconvenant geheel terzijde moeten worden geschoven. 
 

Bron: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch | jurisprudentie | ECLI:NL:GHSHE:2024:3157 | 08-10-2024

Schenking in 2024? Aangifte schenkbelasting voor 1 maart

Bij het ontvangen van een schenking is het meestal verplicht om aangifte te doen bij de Belastingdienst en schenkbelasting te betalen. Of aangifte nodig is, hangt af van de hoogte van het bedrag. Aangifte is in ieder geval nodig als de waarde van de schenking hoger is dan de vrijstelling. Ook als er door toepassing van een verhoogde vrijstelling geen schenkbelasting verschuldigd is, is het nodig om aangifte te doen.

De aangifte schenkbelasting over schenkingen in 2024 moet voor 1 maart 2025 bij de Belastingdienst zijn. Vanaf 1 maart 2025 is het mogelijk om aangifte schenkbelasting te doen over schenkingen in 2025.

Bron: Belastingdienst | persbericht | 29-01-2025

Geen onbeperkte verliesverrekening voor verlengd boekjaar 2012/2013

Per 1 januari 2022 zijn de temporiseringsmaatregel en de onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn ingevoerd. Naar aanleiding hiervan is de vraag opgekomen of voor een verlies uit het boekjaar dat aanvangt in 2012 en eindigt op 31 december 2013 een onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn geldt. 

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb van de Belastingdienst concludeert dat de onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn alleen geldt voor verliezen uit boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2013 en die ultimo 2021 nog voorwaarts verrekenbaar zijn. Aangezien het betreffende boekjaar in 2012 begint, valt het niet onder deze regeling. Daarmee is ook de temporiseringsmaatregel niet van toepassing. 

Dit betekent dat het verlies uit het boekjaar 2012/2013 niet onder de nieuwe regels valt en dus niet onbeperkt voorwaarts verrekend kan worden. De wetgever heeft duidelijk gemaakt dat de samenhang tussen de onbeperkte verliesverrekeningstermijn en de temporiseringsmaatregel essentieel is, en deze samenhang geldt niet voor boekjaren die voor 2013 zijn begonnen. 

Bron: Belastingdienst | besluit | KG:011:2025:3 | 05-02-2025