Proeftijd in opvolgende arbeidsovereenkomst

Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van langer dan zes maanden en korter dan twee jaar kan een proeftijd worden overeengekomen. Deze mag maximaal een maand bedragen. Op grond van de toepasselijke CAO kan in die gevallen een proeftijd van maximaal twee maanden overeengekomen worden. In een opvolgende arbeidsovereenkomst mag in beginsel geen proeftijd worden opgenomen, tenzij de nieuwe overeenkomst duidelijk andere vaardigheden of verantwoordelijkheden van de werknemer vraagt.

Een medewerkster van een kinderopvang werkte aanvankelijk als pedagogisch medewerker in opleiding. Zij volgde een opleiding via de beroepsbegeleidende leerweg. In die periode was sprake van een leer-werktraject onder supervisie van een praktijkbegeleider. Na het voltooien van de opleiding was de medewerkster zelfstandig werkzaam en had zij meer en andere verantwoordelijkheden. Naar het oordeel van de kantonrechter mocht in de laatste arbeidsovereenkomst een proeftijd worden overeengekomen. De werkgever kon tijdens de proeftijd de arbeidsovereenkomst per direct opzeggen. De kantonrechter heeft het verzoek om toekenning van een schadevergoeding wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn, een billijke vergoeding en een transitievergoeding afgewezen.

Bron: Rechtbank Rotterdam | jurisprudentie | ECLINLRBROT20238008, 10518560 / VZ VERZ 23-5901 | 15-08-2023

Voorstel Wet werken waar je wilt verworpen

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Wet werken waar je wilt verworpen. Dat voorstel gaf werknemers het recht om te bepalen waar zij hun werkzaamheden verrichten. Verder heeft de Eerste Kamer een motie aangenomen over hybride werken door grensarbeiders. In de motie wordt het kabinet verzocht zo snel mogelijk met Duitsland en België de fiscale knelpunten voor hybride werken door grensarbeiders op te lossen.

Bron: Overig | wetsvoorstel | 25-09-2023

Toestemming ontslag te vroeg gevraagd voor compensatie transitievergoeding

Bij de beëindiging van de onderneming van een natuurlijke persoon vanwege diens pensionering wordt compensatie van de aan werknemers betaalde transitievergoeding verstrekt. De ondernemer moet in de tweede helft van het kalenderjaar, voorafgaand aan het kalenderjaar waarin het verzoek om de toestemming is ingediend gemiddeld minder dan 25 werknemers in dienst hebben gehad. Voorwaarde voor compensatie is dat de ondernemer de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt of zal bereiken binnen zes maanden na de indiening van het verzoek om toestemming om de arbeidsovereenkomst te mogen opzeggen.

Volgens de Centrale Raad van Beroep heeft het UWV terecht geweigerd om compensatie te verstrekken aan een ondernemer, die de ontslagaanvragen voor zijn vijf werknemers ruim acht maanden voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd heeft ingediend.

Bron: Centrale Raad van Beroep | jurisprudentie | ECLINLCRVB20231598, 22/2393 CRTV | 16-08-2023