Besluit noodmaatregelen coronacrisis gewijzigd

De staatssecretaris van Financiën heeft het Besluit noodmaatregelen coronacrisis gewijzigd. De wijziging betreft de eerder aangekondigde verlenging van de goedkeuring voor het ongewijzigd doorlopen van een vaste reiskostenvergoeding tot 1 april 2021, ondanks een gewijzigd reispatroon. De goedkeuring is beperkt tot vaste reiskostenvergoedingen die voor 13 maart 2020 zijn toegekend aan de werknemer.

Bron: Ministerie van Financiƫn | besluit | Staatscourant 2021 nr. 5354, nr. 2021-13914 | 27-01-2021

Kamervragen Tozo voor grensondernemers

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Kamervragen beantwoord over de toepassing van de Tozo voor grensondernemers. Ondernemers die niet in Nederland wonen maar wel in Nederland hun bedrijf hebben, komen in Nederland niet in aanmerking voor bijstand voor levensonderhoud. Daarvoor moeten zij zich in hun woonland melden. Wel komen zij in aanmerking voor andere voorzieningen, zoals een lening voor bedrijfskapitaal van maximaal  € 10.157 tegen een verlaagd rentepercentage. Als deze ondernemers aan de voorwaarden voldoen, komen zij in aanmerking voor de TVL, de NOW en de TOA.

De TONK is evenals de Tozo een vorm van sociale bijstand. Dergelijke uitkeringen worden niet geëxporteerd. Vanwege het gelijkheidsbeginsel is het niet mogelijk om enkel zelfstandigen die in Duitsland of België wonen en een bedrijf in Nederland voeren voor een uitkering voor levensonderhoud in aanmerking te laten komen. Dat zou betekenen dat zelfstandig ondernemers binnen de hele EU, de EER en Zwitserland een beroep zouden kunnen doen op de Tozo-uitkering als zij een onderneming in Nederland hebben.

Bron: Ministerie van Financiƫn | publicatie | 2021-0000004911 | 27-01-2021

Urencriterium 2021

Ondernemers hebben recht op verschillende ondernemersfaciliteiten als zij voldoen aan het urencriterium. Dit betekent dat een ondernemer ten minste 1.225 uren en de helft van zijn arbeidstijd per kalenderjaar moet besteden aan zijn onderneming. Voor het jaar 2020 gold een versoepeling van het urencriterium. Deze versoepeling geldt ook voor het eerste halfjaar van 2021. Ondernemers worden in deze periode geacht ten minste 24 uren per week aan hun onderneming te hebben besteed. In het geval van ondernemers, die de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid claimen, gaat het om ten minste 16 uren per week.

Voor ondernemers, die seizoengebonden werkzaamheden verrichten, geldt dat zij in het eerste halfjaar geacht worden het aantal uren te hebben besteed dat zij in andere jaren besteedden aan hun onderneming. Aan de hand van de urenadministratie van 2019 kan een ondernemer beoordelen of hij in het eerste halfjaar van 2021 aan het urencriterium voldoet.

Bron: Ministerie van Financiƫn | besluit | CE-AEP / 21019675 | 20-01-2021