Benut de mogelijkheden van de werkkostenregeling

Uitgangspunt van de werkkostenregeling is dat alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers loon vormen, ook als het gaat om kosten die 100% zakelijk zijn. Er is een vrije ruimte waarbinnen vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij gegeven kunnen worden. De vrije ruimte bedraagt 1,7% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom en 1,18% over het meerdere.

Let op: In verband met de coronacrisis bedraagt de vrije ruimte in 2021 over de eerste € 400.000 van de loonsom 3% in plaats van de reguliere 1,7%. Maak van deze extra ruimte gebruik!

Is het totale bedrag aan vergoedingen en verstrekkingen aan uw werknemer hoger dan de vrije ruimte, dan moet u over het meerdere een zogenaamde eindheffing van 80% betalen.

Bonussen en andere eindejaarsuitkeringen zijn doorgaans bruto. Wellicht kunt u deze uitkeringen geheel of gedeeltelijk belastingvrij doen, bijvoorbeeld in de vorm van een vergoeding voor reiskosten. Mogelijk hebt u nog een deel van de vrije ruimte over om bonussen belastingvrij uit te betalen.

Voor bepaalde vergoedingen en verstrekkingen gelden aparte vrijstellingen, die niet ten laste komen van de vrije ruimte. Wanneer de vergoeding hoger is dan de daarvoor geldende norm, dan is het deel boven de norm belastbaar loon van de werknemer. Er zijn ook verstrekkingen die op nihil worden gewaardeerd. Daarvoor hoeft dus geen bedrag bij het loon geteld te worden.

Bron: Overig | publicatie | 21-10-2021

Premies lijfrenteverzekeringen

Betaalde premies voor lijfrenteverzekeringen zijn onder voorwaarden aftrekbaar. Voor iemand die op 1 januari de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt bedraagt de aftrekbare premie, dat is de jaarruimte, in 2021 13,3% van de premiegrondslag. De jaarruimte is maximaal € 13.236. De jaarruimte wordt verminderd met de opbouw van pensioenaanspraken en dotaties aan de oudedagsreserve. Wie in de voorgaande zeven jaren de jaarruimte niet of niet geheel heeft benut, kan gebruik maken van een aanvullende aftrek. Deze zogenoemde reserveringsruimte bedraagt 17% van de premiegrondslag in het jaar van aftrek. Er geldt een maximum van € 7.489.

Voor wie aan het begin van het kalenderjaar maximaal tien jaar jonger is dan de AOW-leeftijd wordt dit maximum verhoogd tot € 14.785. De premiegrondslag is het totaal van de winst uit onderneming, het resultaat uit werkzaamheden en het inkomen uit arbeid in het vorige jaar, met een maximum van € 112.189 en verminderd met de franchise ter grootte van € 12.672.

Voor tijdelijke oudedagslijfrenten geldt als voorwaarde voor aftrekbaarheid van de premie dat het bedrag van de jaarlijkse uitkering niet hoger mag zijn dan € 22.443. De uitkeringen mogen niet eerder ingaan dan in het jaar waarin men de AOW-leeftijd bereikt.

Bron: Overig | publicatie | 21-10-2021

Verliesverrekening Vpb

Het Belastingplan 2021 omvat onder andere een aanpassing van de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting (Vpb). Verliezen kunnen worden verrekend met de belastbare winst van het voorgaande jaar, de zogenaamde achterwaartse verliesverrekening, en met belastbare winsten van volgende jaren: de voorwaartse verliesverrekening. De aanpassing houdt in dat de voorwaartse verliesverrekening in de tijd onbeperkt is. Verliezen tot € 1 miljoen zijn volledig verrekenbaar. Voor zover de verrekenbare verliezen meer bedragen dan € 1 miljoen worden deze verrekend tot een bedrag van 50% van de belastbare winst nadat die winst is verminderd met een bedrag van € 1 miljoen. De achterwaartse verliesverrekening is beperkt tot het voorgaande jaar. Ook voor de achterwaartse verliesverrekening geldt de beperking voor verliezen boven een bedrag van € 1 miljoen. De aanpassing van de verliesverrekening gaat in per 1 januari 2022. De wijzigingen gelden voor verliezen uit boekjaren, die zijn aangevangen op of na 1 januari 2013, voor zover deze verliezen worden verrekend met belastbare winsten van boekjaren, die aanvangen op of na 1 januari 2022.

Bron: Overig | publicatie | 21-10-2021