Belastingdienst is niet verplicht jaarlijks papieren aangiftebiljet toe te sturen

Een belastingplichtige weigert digitaal aangifte te doen vanwege privacybezwaren. Hij vindt dat de Belastingdienst hem automatisch elk jaar een papieren aangiftebiljet moet sturen. Nu moet hij telkens zelf bellen om een papieren formulier op te vragen. Voor burgers en hun adviseurs roept dit de vraag op hoe ver digitalisering mag gaan en welke rechten papierliefhebbers nog hebben. De man wacht met het aanvragen van een papieren biljet totdat de aanmaningstermijn is verlopen. Zo laat hij het aankomen op een boete. De boete kan hij aangrijpen om een antwoord te krijgen op zijn vraag. Mag de Belastingdienst burgers verplichten om elk jaar opnieuw een papieren aangiftebiljet aan te vragen?

Aangiftebiljet jaarlijks aanvragen?

De inspecteur houdt vol dat de huidige werkwijze correct is. Niemand wordt gedwongen om digitaal aangifte te doen. Papieren aangiften blijven op verzoek mogelijk. De Belastingdienst kiest bewust voor een eenvoudige uitvoeringsstructuur met zo min mogelijk verschillende processen, gelet op de enorme hoeveelheden jaarlijks te verwerken aangiften. Het jaarlijks aanvragen van een papieren biljet is een simpele handeling die weinig tijd kost.

De man stelt dat de Belastingdienst hem jaarlijks automatisch een papieren aangiftebiljet moet toesturen, net zoals dat in het verleden gebeurde. Hij verzet zich tegen het verplicht moeten doen van digitale aangiften vanwege risico's zoals hacking en diefstal van digitale gegevens. De man beroept zich op zijn grondwettelijk privacyrecht en vindt het onredelijk dat hij elk jaar zelf moet verzoeken om een papieren formulier. De Belastingdienst kan volgens hem eenvoudig een registratie bijhouden van mensen die op papier aangifte willen doen.

Simpele handeling

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur grotendeels gelijk heeft. Het verplichten van burgers om elk jaar een papieren aangiftebiljet aan te vragen is niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel. Voor elke burger betekent dit slechts één keer per jaar een simpele, snel uit te voeren handeling waarbij vrijwel geen gegevens hoeven te worden aangeleverd. Burgers hoeven er ook niet zelf aan te denken, zij krijgen eerst een uitnodiging die hen eraan herinnert. De Belastingdienst mag kiezen voor een zo eenvoudig mogelijke uitvoeringsstructuur, gelet op de enorme aantallen te verwerken aangiften. De verzuimboete is daarom terecht opgelegd. Wel verlaagt de rechtbank de boete van € 385 naar € 200. De man deed namelijk opzettelijk te laat aangifte om een rechterlijke uitspraak af te dwingen over zijn principiële bezwaar. De rechtbank houdt rekening met dit bijzondere motief. 

Aangifte op papier

Voor wie dat wil, is het nog steeds mogelijk om op papier aangifte te doen. Automatische toezending door de Belastingdienst is echter niet verplicht. Vraag tijdig een papieren biljet aan als u niet digitaal aangifte wilt doen. Het vergeten van deze aanvraag kan leiden tot een verzuimboete voor het niet of te laat doen van aangifte.

Bron: Rechtbank Noord-Nederland | jurisprudentie | ECLI:NL:RBNNE:2025:1922 | 19-05-2025

Voordeel optie is uitdeling aan dga door te hoge huur bv

Een dga is aandeelhouder en bestuurder van twee bv’s. Een van deze bv’s verhuurt een pand aan de andere bv. Dit pand wordt verkocht aan een derde, die het pand aan de bv blijft verhuren. Hierbij wordt een huurprijs overeengekomen die veel hoger is dan de getaxeerde markthuur. Tevens wordt overeengekomen dat de dga het pand op een later tijdstip mag overnemen tegen een koopprijs die afneemt met iedere maand die verstrijkt na de verkrijging. De inspecteur is van mening dat het voordeel van deze optie moet worden belast als inkomen uit aanmerkelijk belang. De dga is het hier niet mee eens en gaat in beroep.

Optie

De optie geeft de dga het recht om het pand te kopen tegen een vastgestelde prijs van € 500.000, verminderd met een bedrag van € 2.250 voor elke maand die verstrijkt na de aankoop. Met andere woorden, hoe langer de dga wacht met het uitoefenen van de optie, hoe lager de uiteindelijke koopprijs zal zijn. Dit prijsmechanisme maakt de optie gunstiger naarmate de tijd vordert.

Het verband tussen de huurprijs en de optie

De overeengekomen huurprijs tussen de overnemer en de bv (€ 82.956 per jaar) ligt ver boven de markthuurwaarde (€ 51.920 volgens een recente taxatie). Deze hogere huur zorgt er in feite voor dat de overnemer financiering krijgt voor het verstrekken van de optie. De compensatie voor de hoge huur komt echter niet ten goede aan de bv (de huurder), maar aan de dga in privé, omdat hij de optie ontvangt.

Uitdeling

De rechtbank concludeert dat de waarde van de optie inderdaad een vermogensverschuiving van de bv naar de dga betekent. De bv betaalt immers meer huur dan zakelijk gerechtvaardigd, waardoor zij verarmde. Het voordeel van de koopoptie komt volledig aan de dga toe. Dit wordt gezien als een uitdeling, die terecht wordt belast. De bevoordeling is niet zakelijk en partijen, waaronder de dga, moeten zich hiervan bewust zijn geweest.

Bron: Rechtbank Den Haag | jurisprudentie | ECLI:NL:RBDHA:2025:5399 | 20-03-2025

Geld stallen bij dga is lening

Wanneer een bv liquide middelen tijdelijk onderbrengt (stalt) op privérekeningen van haar directeur-grootaandeelhouder (dga), kunnen daar fiscale gevolgen aan kleven. Stallen gebeurt in de praktijk bijvoorbeeld om gebruik te maken van het depositogarantiestelsel of om te profiteren van renteverschillen tussen zakelijke en privérekeningen. Tussen de bv en de dga wordt vervolgens, als het goed is, een overeenkomst gesloten die de dga verplicht om alle rentebaten door te stoten naar de bv. Omdat de bv daarmee economisch eigenaar is van het banktegoed, vermeldt zij dit banktegoed en de rente in haar jaarrekening. De dga geeft in zijn aangifte inkomstenbelasting niks aan.

Lening dga

De kennisgroep aanmerkelijk belang van de Belastingdienst heeft onlangs een standpunt ingenomen over de gevolgen van het stallen van geld door een bv bij haar dga. Volgens de kennisgroep bepaalt de wet inkomstenbelasting dat gelden die door een bv op privérekeningen van de dga worden geplaatst, worden gezien als een schuld van de dga aan de vennootschap. Dit geldt ook als de bv economisch eigenaar blijft van de middelen. 

Excessief lenen

De Belastingdienst past hierbij een ruim begrip van het woord schuld toe. Het maakt in deze context niet uit of de gelden tijdelijk of voor een specifiek doel zijn overgeboekt. Het enkele feit dat ze op persoonlijke rekeningen staan, plaatst ze onder de fiscale regelgeving rondom aanmerkelijk belang. Er kan in dit geval sprake zijn van excessief lenen, als het geleende geld meer dan € 500.000 bedraagt. 

Bron: Belastingdienst | publicatie | KG:003:2025:3 | 18-02-2025