Door ontbreken aanmerkelijk belang geen terbeschikkingstelling van vermogen

Tot het inkomen in box 1 van de inkomstenbelasting behoort het resultaat uit een of meer werkzaamheden. Onder werkzaamheid wordt mede verstaan het rendabel maken van vermogensbestanddelen door deze ter beschikking te stellen aan een vennootschap waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft. Een belastingplichtige heeft een aanmerkelijk belang als hij, alleen of met zijn partner, voor ten minste 5% van het geplaatste kapitaal aandeelhouder is of het recht heeft om een dergelijk belang te verwerven.

Niet alleen de (juridische) eigenaar van aandelen wordt als aandeelhouder aangemerkt, maar ook de persoon, die op grond van een koopovereenkomst het recht op levering van aandelen heeft verkregen en de verplichting heeft de afgesproken koopsom te betalen. Deze persoon heeft daarmee het economische belang bij de betreffende aandelen verkregen.

Een belastingplichtige verwerkte een negatief resultaat uit overige werkzaamheden in zijn aangifte. Dat resultaat bestond uit de afwaardering van een vordering op een bv. De belastingplichtige diende aannemelijk te maken dat hij een aanmerkelijk belang in deze bv had.

Hof Arnhem-Leeuwarden vond aannemelijk dat de belastingplichtige het voornemen had om via zijn nv te participeren in de onderneming van de bv. In verband daarmee heeft de nv de koopsom eerst als geldlening ter beschikking gesteld. De participatie zou plaatsvinden na het fiscaal geruisloos afsplitsen van de onderneming van de bv in een nieuwe vennootschap. De bv zou daarna 50% van de aandelen aan de nv overdragen. Wanneer de Belastingdienst geen goedkeuring voor de geruisloze afsplitsing zou verlenen, zou de nv 50% van de aandelen in de bv overnemen. 

Het hof legt de gemaakte afspraken zo uit, dat de nv 50% van de aandelen in de nieuw op te richten vennootschap heeft gekocht onder de ontbindende voorwaarde, en 50% van de aandelen in de bv onder de opschortende voorwaarde dat de Belastingdienst geen goedkeuring geeft voor een fiscaal geruisloze afsplitsing van de onderneming van de bv.

Omdat de Belastingdienst de goedkeuring heeft verleend, is de overeengekomen voorwaarde niet in vervulling gegaan. Dit betekent dat de nv recht heeft op de levering van 50% van de aandelen in de nieuw op te richten, maar nooit opgerichte, vennootschap. De belastingplichtige heeft geen aanmerkelijk belang in deze vennootschap gehad. Evenmin heeft hij een aanmerkelijk belang in de bv gehad. Door het niet in vervulling gaan van de opschortende voorwaarde heeft de nv nooit een afdwingbaar recht tot levering van 50% van de aandelen in de bv gehad. Door het ontbreken van een aanmerkelijk belang kan de belastingplichtige de afwaardering van de lening niet ten laste van het belastbare inkomen brengen.

Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLINLGHARL20228132, 21/01551 | 19-09-2022

Toelichting op niet bieden van rechtsherstel aan niet-bezwaarmakers

Het kabinet heeft besloten om geen rechtsherstel te bieden aan de niet-bezwaarmakers voor de belastingheffing in box 3. In een brief aan de Tweede Kamer heeft de staatssecretaris een toelichting op dit besluit gegeven.

De Hoge Raad heeft de vraag of compensatie moet worden verleend aan belastingplichtigen van wie de aanslag al onherroepelijk vaststond op het moment van het Kerstarrest ontkennend beantwoord.

Een aanslag staat onherroepelijk vast als de bezwaartermijn ongebruikt is verstreken of als geen verdere rechtsmiddelen zijn ingesteld. De enige mogelijkheid voor aanpassing is een verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag. De inspecteur vermindert de aanslag niet als de onjuistheid van de aanslag volgt uit jurisprudentie die is gewezen nadat de aanslag onherroepelijk vast is komen te staan. Volgens de Hoge Raad hoeft op grond daarvan geen compensatie te worden geboden aan mensen van wie de aanslagen op 24 december 2021 onherroepelijk vaststonden. Hoewel politiek anders besloten zou kunnen worden, is dat om budgettaire redenen niet gedaan. Volledig rechtsherstel kost € 4,1 miljard. Meer dan de helft daarvan zou terechtkomen bij belastingplichtigen met een vermogen in box 3 van meer dan € 200.000.

De vormen van rechtsherstel, die meer gericht zijn op kleine spaarders, kosten minder, maar zijn ingewikkeld en juridische kwetsbaar. Het bieden van een gemaximeerd rechtsherstel in de vorm van een vast bedrag voor iedere belastingplichtige geeft aan belastingplichtigen met een gelijk vermogen maar met een hoger aandeel spaargeld minder compensatie dan belastingplichtigen met een lager aandeel spaargeld. Dit zou aanleiding kunnen vormen voor nieuwe procedures.

Het kabinet legt de prioriteit bij het ondersteunen van de koopkracht van de meest kwetsbare huishoudens.

Bron: Ministerie van Financiƫn | publicatie | 2022-0000229353 | 19-09-2022

Wetsvoorstel Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap

Door het wetsvoorstel Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap moet het bovenmatig lenen van geld uit de eigen vennootschap worden ontmoedigd. Door geld te lenen kan de houder van een eigen (besloten) vennootschap het betalen van belasting langdurig uitstellen of in sommige gevallen afstellen. Het kabinet stelde aanvankelijk een grens van € 500.000 aan toelaatbare schulden voor. Later is dit bedrag verhoogd naar € 700.000. Over de leningen van de eigen vennootschap die dat bedrag te boven gaan wordt volgens het wetsvoorstel inkomstenbelasting in box 2 geheven. Eigenwoningschulden blijven buiten beschouwing bij de beoordeling van het bedrag aan schulden.

De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel aangenomen. Amendementen om het maximumbedrag te verlagen en om de uitzondering van eigenwoningschulden te schrappen zijn verworpen.

Bron: Ministerie van Financiƫn | wetsvoorstel | 12-09-2022