Boete wegens niet doen van aangifte

Op grond van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen kan de inspecteur een boete opleggen aan een belastingplichtige die opzettelijk geen aangifte heeft gedaan voor een belasting die bij wege van aanslag wordt geheven.

Er is pas sprake van het niet doen van aangifte nadat de betrokkene: 

  1. is uitgenodigd tot het doen van aangifte, 
  2. de termijn daartoe heeft laten verstrijken, en
  3. de aangifte ook na aanmaning door de inspecteur niet heeft ingediend.

Dit betekent dat de inspecteur geen vergrijpboete voor het niet doen van aangifte kan opleggen als hij de betrokkene niet eerst op de voorgeschreven wijze heeft aangemaand om aangifte te doen. Volgens de Hoge Raad is dat ook niet mogelijk als de betrokkene wist dat hij verplicht was om aangifte te doen en hij de aangifte opzettelijk niet heeft gedaan binnen de termijn die is gesteld in de uitnodiging tot het doen van aangifte.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20221341, 21/02001 | 29-09-2022

Stijging minimumloon per 1 januari 2023

Het minimumloon gaat op 1 januari 2023 in één keer omhoog met 10,15%. De ministerraad heeft ingestemd met een voorstel daartoe. De verhoging bestaat uit een bijzondere verhoging van 8,05% naast de reguliere halfjaarlijkse indexatie op basis van de contractloonstijging. Bij een 36-urige werkweek komt het wettelijk minimumloon per 1 januari 2023 uit op € 12,40 bruto per uur. Bij een 38- of 40-urige werkweek is het minimumloon per uur lager.

Op grond van een door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel verandert dit per 1 januari 2024. Met ingang van die datum geldt er een wettelijk minimumuurloon.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | persbericht | 22-09-2022

Toelichting op niet bieden van rechtsherstel aan niet-bezwaarmakers

Het kabinet heeft besloten om geen rechtsherstel te bieden aan de niet-bezwaarmakers voor de belastingheffing in box 3. In een brief aan de Tweede Kamer heeft de staatssecretaris een toelichting op dit besluit gegeven.

De Hoge Raad heeft de vraag of compensatie moet worden verleend aan belastingplichtigen van wie de aanslag al onherroepelijk vaststond op het moment van het Kerstarrest ontkennend beantwoord.

Een aanslag staat onherroepelijk vast als de bezwaartermijn ongebruikt is verstreken of als geen verdere rechtsmiddelen zijn ingesteld. De enige mogelijkheid voor aanpassing is een verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag. De inspecteur vermindert de aanslag niet als de onjuistheid van de aanslag volgt uit jurisprudentie die is gewezen nadat de aanslag onherroepelijk vast is komen te staan. Volgens de Hoge Raad hoeft op grond daarvan geen compensatie te worden geboden aan mensen van wie de aanslagen op 24 december 2021 onherroepelijk vaststonden. Hoewel politiek anders besloten zou kunnen worden, is dat om budgettaire redenen niet gedaan. Volledig rechtsherstel kost € 4,1 miljard. Meer dan de helft daarvan zou terechtkomen bij belastingplichtigen met een vermogen in box 3 van meer dan € 200.000.

De vormen van rechtsherstel, die meer gericht zijn op kleine spaarders, kosten minder, maar zijn ingewikkeld en juridische kwetsbaar. Het bieden van een gemaximeerd rechtsherstel in de vorm van een vast bedrag voor iedere belastingplichtige geeft aan belastingplichtigen met een gelijk vermogen maar met een hoger aandeel spaargeld minder compensatie dan belastingplichtigen met een lager aandeel spaargeld. Dit zou aanleiding kunnen vormen voor nieuwe procedures.

Het kabinet legt de prioriteit bij het ondersteunen van de koopkracht van de meest kwetsbare huishoudens.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2022-0000229353 | 19-09-2022