Vierde nota van wijziging initiatiefwetsvoorstel exitheffing

Het initiatiefwetsvoorstel voor een exitheffing dividendbelasting van Groen Links wordt voor de vierde keer gewijzigd. Doel van het wetsvoorstel is de Nederlandse dividendbelastingclaim op de winstreserves van een vennootschap zoveel mogelijk zeker te stellen wanneer een vennootschap Nederland verlaat. Dat gebeurt door het opleggen van een aanslag dividendbelasting aan een in Nederland gevestigde vennootschap die vertrekt naar een kwalificerende staat. Deze vennootschap wordt geacht voor de zetelverplaatsing al haar winstreserves te hebben uitgekeerd, voor zover deze meer bedragen dan € 50 miljoen. Op het wetsvoorstel is veel kritiek gekomen. Die kritiek is aanleiding geweest om het wetsvoorstel nog eens grondig te bezien. De belangrijkste aanpassingen zijn:

  • De exit-heffing dividendbelasting zal alleen worden geheven van beleggers in non-EU/EER-staten, waarmee Nederland geen belastingverdrag heeft gesloten. Voor andere beleggers geldt een inhoudingsvrijstelling. De vennootschap moet binnen een maand na vertrek aan de Belastingdienst een verklaring verstrekken waaruit blijkt in hoeverre aan de voorgestelde inhoudingsvrijstelling is voldaan.
  • De exit-heffing dividendbelasting is verschuldigd als een vennootschap vertrekt naar een non-EU/EER-staat, die geen dividendbelasting kent of die een step-up geeft bij binnenkomst. Hierdoor wordt strijd met de Europeesrechtelijke vrijheid van vestiging vermeden.
  • In plaats van door middel van een conserverende naheffingsaanslag wordt de voorgestelde exit-heffing dividendbelasting via een reguliere aanslag geheven, zonder de mogelijkheid van uitstel van betaling of kwijtschelding. De vennootschap is op grond van de bestaande wet op de dividendbelasting bevoegd de verschuldigde dividendbelasting over het exit-dividend te verhalen op de aandeelhouder.
  • Er wordt een aanvullende maatregel voorgesteld waardoor een naar vreemd recht opgerichte vennootschap onder omstandigheden voor fiscale doeleinden nog tien jaar na de verplaatsing van de werkelijke leiding in Nederland wordt geacht te zijn gevestigd. Dit is een variant op de vestigingsplaatsfictie voor naar Nederlands recht opgerichte vennootschappen.
  • De terugwerkende kracht van het wetsvoorstel wordt beperkt tot woensdag 8 december 2021, 09.00 uur.

De voorgestelde inhoudingsvrijstelling voor bepaalde portfolio-aandeelhouders moet het risico beperken dat de exit-heffing door de rechter in strijd wordt geacht met door Nederland gesloten belastingverdragen.

Bron: Ministerie van Financiƫn | wetsvoorstel | 35 523 | 07-12-2021

Voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2022

De voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2022 is gebaseerd op de meest recente gegevens waarover de Belastingdienst beschikt. Dat kan zijn de voorlopige aanslag 2021 of de meest recente definitieve aanslag inkomstenbelasting. Bij het verzoek om wijziging van een voorlopige aanslag stelt de Belastingdienst voor het eerst een optimale verdeling van gemeenschappelijke aftrekposten in de berekening van de aanslag voor, op basis van een reeks berekeningen. Mensen kunnen echter kiezen voor een andere dan de voorgestelde verdeling van bedragen.

Bron: Ministerie van Financiƫn | publicatie | 05-12-2021

Premiepercentages zorgverzekering 2022

De minister van VWS heeft de premiepercentages voor de Zorgverzekeringswet voor 2022 vastgesteld. De hoge premie daalt van 7,0% in 2021 naar 6,75% in 2022. De lage premie daalt van 5,75% in 2021 naar 5,5% in 2022. De hoge premie wordt betaald door inhoudingsplichtigen. De lage premie geldt voor zelfstandigen en dga’s. De premie is verschuldigd over het premieloon, met een maximum van € 59.706 in 2022. In 2021 bedraagt het maximum premieloon € 58.311.

Bron: Overig | besluit | 3262512-1016081-Z, Staatscourant 2021, Nr. 47687 | 28-11-2021