Gelijkere behandeling vreemd en eigen vermogen

Vorig jaar op Prinsjesdag heeft de staatssecretaris van Financiën een onderzoek aangekondigd naar de wenselijkheid en vormgeving van een budgettair neutrale invoering van een vermogensaftrek in de vennootschapsbelasting. De uitkomst van dit onderzoek heeft de staatssecretaris bijna een jaar later naar de Tweede Kamer gestuurd.

De achtergrond voor het onderzoek is dat de vennootschapsbelasting eigen vermogen en vreemd vermogen ongelijk behandelt door de aftrekbaarheid van de rente, die wordt betaald over het vreemde vermogen. Dit verstoort de keuze van de financieringsbeslissing tussen eigen vermogen en vreemd vermogen en geeft de ondernemer een prikkel om relatief meer met schuld te financieren.

Een meer gelijke fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen kan worden bereikt door de invoering van een aftrek voor het aanhouden of creëren van eigen vermogen en door het beperken van de aftrekbaarheid van rente. In het onderzoek zijn beide mogelijkheden nader in kaart gebracht.

Om de fiscale prikkel voor financiering met vreemd vermogen te beperken is reeds een generieke renteaftrekbeperking ingevoerd, de earningsstrippingmaatregel van ATAD1. Een vermogensaftrek kan van toepassing zijn op het volledige eigen vermogen of op de toename van het eigen vermogen. Volgens de onderzoekers zijn een volledige vermogensaftrek en een cumulatieve vermogensaftrek over de toename van het eigen vermogen geen reële opties vanwege de budgettaire derving en het risico op misbruik. In dit onderzoek is daarom met name aandacht besteed aan een aftrek in de vorm van een enkelvoudige vermogensaftrek over de toename van het eigen vermogen. De budgettaire derving daarvan is beperkt.

Het eenzijdig invoeren van een vermogensaftrek in de vennootschapsbelasting leidt tot nieuwe mogelijkheden om belasting te ontwijken in internationale verhoudingen. Dat kan worden beperkt door het opnemen van antimisbruikmaatregelen, maar daardoor neemt de complexiteit van de regeling toe.

De meest voor de hand liggende mogelijkheid voor het verder beperken van de aftrekbaarheid van rente is het aanscherpen van de earningsstrippingmaatregel. Dit kan door het aftrekbare percentage van de Earnings before interest, taxation, depreciation and amortisation (EBITDA) dat nu 30% bedraagt of de drempel (nu € 1 miljoen) verder te verlagen. Hierbij wordt opgemerkt dat de maatregel aansluit bij het saldo van rentebaten en rentelasten, waarna dit saldo in aftrek wordt beperkt. Een belastingplichtige met rentebaten kan dus nog steeds de rentelasten aftrekken tot aan het bedrag van de ontvangen rentebaten. In de meest vergaande variant levert het aanscherpen van de earningsstrippingmaatregel een budgettaire opbrengst van € 4,5 miljard op. Hiermee zou het hoge tarief van de vennootschapsbelasting kunnen worden verlaagd tot circa 18%.

Bron: Ministerie van Financiƫn | publicatie | 2021-0000165979 | 12-09-2021

Afspraken thuiswerken grensarbeiders verlengd

De afspraken met België over de fiscale behandeling van grensarbeiders, die door de coronacrisis thuiswerken, zijn verlengd tot en met 31 december 2021. Ook de afspraken over thuiswerkende grensarbeiders met Duitsland zijn verlengd tot en met 31 december 2021. De tijdelijke vrijstelling van enkele Duitse socialezekerheidsuitkeringen, die in Nederland wonende grensarbeiders ontvangen, is eveneens verlengd tot en met 31 december 2021.

Bron: Ministerie van Financiƫn | besluit | Staatscourant 2021, Nr. 42272 en 42273 | 27-09-2021

Subsidiebedragen nieuwe elektrische auto’s worden lager

Het kabinet heeft besloten extra geld vrij te maken voor de (fiscale) stimulering van elektrische personenauto’s. De focus van de stimulering verschuift van de zakelijke naar de particuliere markt.

Voor de zakelijke markt geldt dat de verlaagde bijtelling niet extra wordt verhoogd. Wel wordt het plafond in de verlaagde bijtelling eerder verlaagd dan in het Klimaatakkoord was voorzien. Om de overstap van particulieren naar een elektrische personenauto te stimuleren wordt het beschikbare budget naar voren gehaald. De komende drie jaar komt er € 90 miljoen voor particulieren bij. € 80 miljoen is bestemd voor de subsidiëring van nieuwe en € 10 miljoen voor de subsidiëring van gebruikte elektrische personenauto’s. De subsidiebedragen voor nieuwe auto’s dalen wel sneller dan eerder aangegeven. De stimulering van nieuwe elektrische auto’s stopt per 1 januari 2025 in plaats van per 1 januari 2026.

 

  2022

  2023

  2024

  2025

Oude bedragen

 € 3.700

 € 3.350

 € 2.950

 € 2.550

Nieuwe bedragen

 € 3.350

 € 2.950

 € 2.550

  –

 

 

 

 

 

Het subsidiebudget voor emissieloze bedrijfsauto’s wordt met in totaal € 28 miljoen verhoogd om mkb’ers, die de komende jaren een keuze maken voor een nieuwe bedrijfsauto in die richting te stimuleren.

Bron: Overig | publicatie | IENW/BSK-2021/253528 | 21-09-2021